Ouderengeluk voor kwetsbare mensen
Een oudere heer van 79 jaar ontvangt mij in zijn grote jaren 30 woning. De man woont alleen. Ietwat wankel gaat hij mij, zonder hulpmiddel, voor naar de woonkamer. Hij wijst mij een stoel en gaat zelf zitten in een leunstoel, ingenesteld tussen boeken en kranten. Hij voelt zich niet ziek en kan genieten van gezelschap. Zijn geheugen is uitstekend en hij kan zich goed concentreren.
‘Gezond gedrag staat me soms tegen’, legt hij uit. ‘Al die goedbedoelde adviezen van kennissen voor activiteiten irriteren mij. Tegelijk verlang ik ernaar om iets voor de maatschappij te betekenen.’ Hij zoekt naar motivatie om dingen te doen. ‘Heb ik een dip of een depressie, dokter?’ is de vraag waarop hij van mij een antwoord wil.
Bij uitgebreid onderzoek, blijkt er sprake van gering hartfalen en een lichte depressie. In samenspraak stel ik medicatie bij en voer ik een paar gesprekken met de oude heer over teleurstellingen en doelen in het leven. Na vier weken neem ik weer contact op. ‘Het gaat een stuk beter.’ Hij heeft zich opgegeven voor een kookclub en gaat met minder weerzin wekelijks naar de sportschool. Het plezier in het leven is teruggekeerd.
Lachen is gezond
Wat heeft bij deze man nu zo geholpen? Was het zijn wil (hij vroeg zelf hulp) om zijn situatie te veranderen? Was het de medicatie waardoor hij minder last had van hartfalen en vermoeidheid? Was het de aandacht en de gesprekken die ik in de loop van dit traject met hem voerde. Gesprekken waarin ik luisterde en doorvroeg over tegenslagen en verwachtingen en ook kritische feedback gaf.
Ik weet het antwoord niet.
Voor kwaliteit van leven is het sociale domein het meest belangrijk. Sociale contacten met de mensen die je lief zijn. Die je laten lachen, die je nodig hebben. Ook zelfstandigheid is een belangrijke factor voor levensgeluk, voor de kwaliteit van leven. Dat geldt ook voor ouderen die afhankelijk zijn. Mensen willen een gebied waarin zijzelf de controle hebben.
Tegelijk kan juist bij kwetsbare ouderen een geringe storing in het lichamelijke evenwicht leiden tot pijn, beperking en vermoeidheid. Obstipatie, een volle blaas, hartfalen, schildklierproblemen wil je als arts niet over het hoofd zien. Een geringe lichamelijke verbetering helpt om levensvreugde en levenslust en zelfstandigheid in stand te houden.
Rol van de dokter
Zorgvuldig lichamelijk onderzoek bij ouderen is dus nodig. Een dokter onderzoekt iemands gezondheid, de medicatie en andere mogelijke gezondheid belemmerende factoren. Maar je moet als dokter wel kunnen kijken naar zowel lichamelijke als geestelijke en sociale gezondheid. De onderlinge samenhang is juist bij ouderen de crux in de behandeling.
Dat lukt niet in een consult van 7 minuten op de huisartsenpraktijk. Dat hoeft niet in het ziekenhuis, waar het sociale domein ver te zoeken is. Mijn taak als dokter, als specialist ouderengeneeskunde is om in samenwerking met de huisartsen sociaal geriatrisch onderzoek aan huis of in de huisartsenpraktijk mogelijk te maken. Want dat helpt om sociale gezondheid en zelfstandigheid van ouderen te verbeteren.
Voor meer ouderengeluk. Liefst in grote mate.